De tweede adventsweek is alweer begonnen, twee kaarsjes mogen branden. Bij het getal ‘twee’ moest ik denken aan de Bijbeltekst over de Emmaüsgangers, uit Lukas 24. Deze twee personen wandelen samen op, pratend over het sterven van Jezus, het sterven van degene waarvan ze dachten dat Hij hen zou redden.. Dan komt Jezus zelf naast hen lopen – en ze herkennen Hem niet, ze verwachten hem niet want ze denken dat Hij dood is. Jezus voert een gesprek met hen, en als de avond valt en de Emmaüsgangers hun huis naderen, nodigen ze hun gast uit om bij hen te blijven. Tijdens de maaltijd die ze delen, ontdekken ze de ware identiteit van hun gast. Dit verhaal inspireerde mij tot volgend gedicht:
Mag Ik naast je lopen
Wat stappen in het leven
Ik wandel met je mee
Ik wil je richting geven
Mag Ik naast je lopen
Van hart tot hart met je spreken
De zon zien ondergaan en
Het brood met je breken
Mag ik naast je lopen
Mag Ik voor je zorgen
Wil je kracht ontvangen
Wil je bij Mij geborgen
Twee kleine stappen
Dichter naar het Kind
Het lijkt zo’n klein gebaar
Maar de morgen begint